De rijksoverheid dient beter zicht te krijgen op de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid van gemeenten en andere decentrale overheden. En dan met name op de voortgang. Ook moeten er instrumenten komen, waarmee het Rijk kan bijsturen op de uitvoering. Verder behoren decentrale overheden meer financiële zekerheid krijgen, zodat zij vaart kunnen maken.
Dat concludeert de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn advies Koersen op klimaatneutraal. Gemeenten, provincies en waterschappen voeren een groot deel van het huidige klimaat- en energiebeleid uit. Denk aan woningen verduurzamen of het plaatsen van windmolenparken en aanleggen van zonneweides. Daarbij bepaalt elke decentrale overheid grotendeels zelf wat ze oppakken en in welk tempo. Het overkoepelende doel van het klimaatbeleid moet daarbij altijd leidend zijn.
De gezamenlijke inspanningen van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden moeten immers optellen tot 55% CO2-reductie in 2030, ten opzichte van 1990. En uiteindelijk leiden tot klimaatneutraliteit in 2050.
Geen stok achter de deur
Op dit moment is er volgens de ROB voor sommige belangrijke taken nog weinig inzicht in de plannen en uitvoering van gemeenten, provincies en waterschappen. Dat komt mede omdat niet alle decentrale overheden dezelfde soort data verzamelen. Ook wordt de data die er is niet centraal verzameld. Hierdoor blijft het onduidelijk waar de decentrale overheden staan, op welk vlak ze op schema zitten, en in welke doelen ze achterblijven. Een ‘stok achter de deur’ heeft het Rijk niet, omdat ingrijpen op vrijwel geen enkele decentrale taak mogelijk is. Ook niet als de inspanningen van gemeenten achterblijven.
Maak afspraken
De ROB adviseert daarom dat Rijk en decentrale overheden afspraken maken ‘over een samenhangend interbestuurlijk instrumentarium om het decentrale klimaat- en energiebeleid te ondersteunen én te sturen’. Dit vraagt in de eerste plaats om nationale ondersteuningsstructuren. Daarnaast zijn volgens de raad bestuurlijke gesprekken nodig over de voortgang op bepaalde taken. Wanneer die voortgang achterwege blijft, moet er een mogelijkheid komen voor de minister om aanwijzingen te geven aan een gemeente, provincie of waterschap.
Positief over voortgang klimaatadaptatie
Gemeenten zelf vragen ook om meer sturing vanuit het Rijk, bijvoorbeeld voor de uitvoering van hun plannen op het gebied van klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. Onlangs is over de voortgang van de uitvoering van deze klimaatplannen een rapport van Twijnstra Gudde verschenen, in opdracht van het ministerie van BZK en de VNG. Dit rapport, Voortgang klimaatadaptatie gebouwde omgeving, komt met een groot aantal conclusies en aanbevelingen.
Zo bestempelen gemeenten de voortgang op het werken aan de – door hen zelf gestelde – opgave voor klimaatadaptatie als positief, waarbij ze de bestaande uitdagingen hebben meegewogen. Wel hebben ze onder meer behoefte aan strategisch langetermijnbeleid, duidelijke doelen en hardere minimumeisen vanuit het Rijk voor de aanpak van klimaatrisico’s. Een aanbeveling uit het Twijnstra Gudde rapport is dat dit ‘vanzelfsprekend niet zonder middelen en extra capaciteit gaat’.
Reserveer geld voor concrete plannen
De omvang van de geraamde uitvoeringskosten voor decentrale overheden voor hun gehele klimaat- en energiebeleid, vraagt volgens de ROB ook om meer geld vanuit het Rijk. Mede als gevolg van het aangescherpte klimaatbeleid lopen deze op tot ruim 1 miljard euro per jaar in 2030. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureaus Andersson Elffers Felix en Improven, in opdracht van de ROB.
Geef snel duidelijkheid
De ROB adviseert de middelen die gemeenten en provincies krijgen voor de uitvoering van klimaat- en energiebeleid aan te vullen op basis van dit onderzoek. Ook adviseert de raad om een deel van het benodigde geld beschikbaar te stellen op basis van concrete plannen. Zo komt het terecht bij gemeenten en provincies die extra vaart kunnen en willen maken. Het is daarbij niet alleen van belang dat zij voldoende ontvangen, gemeenten en provincies hebben ook zekerheid nodig over wanneer zij welk bedrag krijgen. Anders kunnen zij moeilijk grote investeringen doen die lang op de begroting drukken en kunnen ze niet het benodigde personeel (vast) in dienst nemen, aldus de ROB.
machiel van eendenburg says
Rob geeft aan stagnatie.
met geen woord wordt gesproken over de betrokkenen in de wijken etc. bewoners..
Waar ligt het aan ?Het Rijk heeft toch ook co creatie hoog in het vaandel staan .